Voor of na een bezoek aan mijn ouderlijk huis proberen we als, het maar even kan, een kijkje op het Scharreveld te nemen. In m’n tienertijd heb ik er veel gestruind: Eendennesten gezocht in verraderlijke veenputten. Genoten van baltsende Grutto’s, maar meer nog van het geluid van de Wulpen. Dat verhoudt zich tot elkaar zoals de muziek van Mozart zich verhoudt tot die van Mahler; de eerste is erg mooi, maar je gaat de diepgang missen zodra je aandachtig de tweede hebt beluisterd. Sluipend naar een eendenplas met jagershutjes in het verboden stuk. Spannend omdat je nooit wist wat je er zou zien. Soms zelfs Slobeenden; in Drenthe geenszins vanzelfsprekend. Alvast één reden, waarom ik dit nog steeds een van de mooiste poldervogels vind. Extra spannend omdat je nooit wist, waar de immer chagrijnige jachtopziender (altijd mét geweer) op zou duiken. In elk geval; nooit je fiets zichtbaar aan de kant van de weg zetten. Oppassen voor Adders natuurlijk, met hun zeer tot de verbeelding sprekende geheimzinnigheid. We deden er mee aan de eerste slaapplaats tellingen van Regenwulpen, opgezet door Arend van Dijk (zie: Mister SOVON). Er baltsten zelfs nog Korhanen (voor ’t laatst gezien op 4-3-1978: 3 hanen met 2 hennen) , voor deze jeugdige vogelaar wel de toppers van het Scharreveld.
Het verdween. Natuurlijk
verdween het. Het gebruikelijke werk zullen we maar zeggen; verdroging en
vermesting, daar was zeker deze natuur niet tegen opgewassen. Scheper Noordhuis
ging met pensioen, z’n opvolger redde het niet alleen en de gammele kooi
tegenover mijn schoolplein ging tegen de vlakte. Daarna vond ik het er eigenlijk niet meer om te harden.
De leegte liet zelfs geen ruimte voor nostalgie.
Totdat… het Drentse
Landschap de landbouwpercelen, die tussen de
Boekweit en het Scharreveld lagen,
onder haar beheer kreeg en daar aan de slag ging. Het water kwam terug en
daarmee de vogels: Grutto’s, baltsende Watersnippen, Wintertaling en doortrekkende
stetlopers. Zelfs de adders werden (op mijn aanwijzingen en op hun oude plekken)
meer dan 30 jaar na dato terug gevonden. En Lepelaars mag je gerust als een
aanwinst voor Drenthe beschouwen. Ik heb niet zoveel met nieuwe natuur, maar
hier heeft het Drentse landschap, zonder te willen restaureren, kans gezien om veel
van de oude waarden terug te brengen.
31-01-2014: Bevroren Scharreveld |
De plas lag vandaag, na
een lange autorit en een paar dagen winter, dicht en ik vermoedde er weinig
leven. Er was wel een windwak open gebleven; op een paar vogels na leeg. Twee
eendjes in zwart wit doken er naar voedsel. Ze trokken de aandacht, want lagen net
wat dieper dan kuifeenden, hadden een “platte” achterkant en zwarte koppen, met
een mooi rond kopprofiel, zónder kuif. De grijze mantels maakten beide af als Toppereend. Echt geen zeldzaamheid in
Nederland maar ik had ze van mijn leven nog nooit gezien. Gewoon omdat ik ze
nooit heb getroffen op de plekken waar ik kom en er nooit voor op pad ben gegaan.
En deze eend, van groot open water, tref je dan op deze heideplas als een mooi
addendum bij oude vogelbelevenissen.
3 februari: Een artikel in
TROUW over twee mannen uit het bedrijfsleven die elkaar hebben gevonden als
directeuren van Nederlands grootste natuur-beherende instanties. Ze gaan
samenwerken. Dat leek me een heel goed plan. Maar ik las termen als rendement,
efficiency, McKinsey, groen nutsbedrijf, grote beheerseenheden en dat ook de
provinciale landschappen aan zullen schuiven. Ik moest denken aan afgelopen
vrijdag en wat die eigenwijze Drenten op “mijn” Scharreveld voor elkaar kregen
en hoopte van harte dat ze nog lang op hun eigen manier zullen blijven werken.
Meer info:
- Informatie van het Drents landschap over het gebied vind je HIER:
- Natuurorganisaties durven weer te bewegen: link naar TROUW
Leuk en herkenbaar stuk Sjerp.
BeantwoordenVerwijderenJan Huizinga
BeantwoordenVerwijderen