Het was Jan ook al
opgevallen dat er op zijn perceel 1 zoveel Kieviten
zaten. Vandaag zijn ze er weer; zo’n 90 vogels met daartussen een Kemphaan zitten hun veren te ordenen en te poetsen. De laatste was zo roodbruin, dat ik
hem bijna voor grutto had versleten. Als iets naar het NW-en een Bruine kiekendief en een Blauwe
reiger cirkelend boven elkaar proberen te komen gaat ook daar een wolk
Kieviten omhoog. Ergens in die groep klinkt het toendrafluitje van Goudplevieren mee. Ik kan 4 van deze
noorderlingen tussen de 380 Kieviten ontwaren. Ook die Kieviten zullen lang
niet allemaal uit de buurt komen. Nederlandse polders ontvangen nu vogels uit
Tsjechië, Slowakije, Hongarije , maar ook uit Polen en de Baltische landen. De
vogels zijn flink in de rui nu (Post-breeding moult; zo noemen de Britten het, ik heb
er nog geen goede Nederlandse term voor kunnen vinden. Zomertrek misschien?). Dat blijkt o.a. als ik
het genoemde perceel doorkruis en de bodem bezaait vind met veren. Ik verzamel een bosje, pak er wat boeken en artikelen bij en duik daarmee de tuin in; lekker na-vogelen.
Bladerend, kijkend, gissend en metend breng ik de
meeste wel met een enige mate van waarschijnlijkheid thuis. In elk geval zitten
er staartveren van Kieviten bij; een mooi bruin randje scheidt het zwart van
het wit. De "roestige" veertjes zouden heel goed de onder-staart-dekveren kunnen
zijn waarmee de Kievithaan, in maart al, de dames kenbaar maakte dat hij geheel
“in de stemming” was. Nu zijn ze even niet nodig:
Maar het zouden ook heel goed
contourveren van de obligate Nijlganzen kunnen zijn. Die dekveer met groenige metaalglans is vast ook van een Kievit.
De bijna witte met een grijsbruine vlek op de binnenste vlag is wat lastiger.
Ik houdt het op de buitenste staartpen (T6) van een Kievit:
Maar er is ook nog een setje,
dat ik niet gedetermineerd krijg. Vast van een Kievit, maar welke veren zijn het?
De bruingrijs gevlekte
handpennen versleet ik in eerste instantie voor die van jonge meeuwen (zilver
of kleine mantel), totdat ik de afbeeldingen onder Wulp in “Vogelsporen” tegenkwam. De maat lijkt te kloppen en de
soort zag ik al weer met een honderdtal in de buurt. Hoe dan ook, de grote de zomertrek is begonnen.
Meer info:
Op zoek naar achtergrond
informatie kwam ik een paar leuke artikelen tegen, waaraan ook amateur
ornithologen een essentiële bijdrage leverden:
- D.W. Snow and B. Snow (1976) Post breeding moult of the Lapwing, Bird Study, 23 (2): 117 – 120. Om de vier dagen werden veren verzameld op een vaste pleisterplaats van 120 Kieviten. Deze werden anatomisch “op naam gebracht” (d.w.z. positie op de vogel) en zo werd de volgorde waarin de veren worden geruid en de periode waarin dit plaats vindt (eind juni – september) bepaald.
- GF Appleton and CDT Minton (1978). The primary moult of the Lapwing, Bird study, 25 (4): 253 – 256. Voor deze studie werden 343 Kieviten op een vaste plaats in the UK gevangen en de ruiscore bepaald. De verzamelde data tonen aan dat de meeste vogels op 7 juni al zijn begonnen met de rui en de meeste daar pas eind september klaar mee zijn.
- Brown e.a. Vogelsporen, Tirion uitgevers 2002.
Alle teksten en foto's
©Sjerp M. Weima 2014
Our Lapwing population as decreased considerably over the last few years Sjerp.
BeantwoordenVerwijderenI use to see large flocks flying, now if I see any at all its about 20+.
Thank you Roy for visiting and responding to this blog.
VerwijderenUnfortunately the Dutch breeding population is declining as well. But at the moment a lot of Lapwings are coming in form the east. Earlier this week I counted between 1200 -1300 hundred. I was delighted to spot my first Golden plovers as well.
Bets regards, Sjerp
Heel interessant Sjerp. En de combinatie van foto 1 en 2 ook erg leuk.
BeantwoordenVerwijderenIk weet ook niet welke veren het zijn (kon het niet laten in mijn verenboek te zoeken..helaas zonder eureka)
groetjes,
Maria