vrijdag 24 mei 2013

"Ontpolderd"


Er is veel en heftig gevochten rond de Punt van Reide. De meest Noordoostelijke punt van Nederland werd in 1945 door de Duitsers tot hun laatste snik verdedigd voor het door de Canadezen werd bevrijd. Naast veel boerenplaatsen brandde ook het kerkje van Termunten volledig uit. Bij Fiemel herinneren twee grauwe bunkers aan dit menselijke grove geweld. In de eeuwen daarvoor al bestreden de Groningers niet alleen vreemde indringers, maar vooral het oprukkende water. Later werd door de Dollard verzwolgen land (zeespeigelstijging is van alle tijden) weer, strook voor strook, op de zee herwonnen door kwelderende en polderende monniken en boeren (lees: hun arbeiders). In 1979 werd de Breebaartpolder als laatste op “Olle Tjoard” heroverd. Er werd  alvast een grote sluis aangelegd die de uitwatering van een gepland buitendijks kanaal moest gaan verzorgen. Maar de opkomende milieu beweging bood stevig verzet tegen dit plan. Immers, hierdoor zouden in een klap alle Dollard kwelders van de zee worden afgesloten. Het tij werd gekeerd, het plan ging niet door, de sluizen werden onder klei bedolven, en Polder Breebaart werd later verkocht aan het Groninger landschap. In 2001 werd Breebaart ontpolderd. Weliswaar met “de hand aan de kraan”, maar toch; Groningen liep weer eens voorop. De natuur greep onmiddellijk haar kans. Eerst de pionierssoorten natuurlijk; Kluten, vereeuwigd door Erik van Ommen in het boek "De kluten van Breebaart", Bontbekplevieren, Visdieven, Noordse stern en Kokmeeuwen.

Eén van de Kluten van Breebaart
Die aantallen broedvogels zijn er nu niet meer, maar het is nog steeds een mooi gebied en een belangrijke hoogwatervluchtplaats waar wadvogels overtijen. Aan de voet van de dijk exploiteert het Groninger Landschap bezoekerscentrum "De Reidehoeve"  én vakantiewoning "Olle Tjoard". Natuur en oud cultuurland bij de hand; de kromme polders van het Hoge land in het Noordwesten en de strakke lijnen van de Dollardpolders in het Oosten. Voor ons voldoende redenen om er een meivakantie door te brengen.

Fietsend door de Carel Coenraad- en Johannes Kerkhove-polder raken we weer onder de indruk van de enorme ruimte en openheid van dit land en de bijbehorende straffe wind. Met een Velduil boven de kwelder, Grauwe kiekendief (vrouw) sierlijk jagend boven de akker, een Visarend die met een vis in z’n poten langzaam hoogte wint en de luwte en Spotvogelzang van het “Ambonezenbosje” is het ook qua vogels meer dan de moeite waard hier. Het land ziet er bij vlagen geel van de kwikken en ik realiseer me weer eens hoe bizar we als natuurbeschermers soms bezig kunnen zijn. Hier worden Gele kwikken “verbouwd” als voer voor Grauwe kiekendieven door brede fauna randen aan te leggen rond de akkers; terwijl ik in polder Blokhoven rustig een half uur in de dekking lig om het nest van een Gele kwikstaart op te sporen en te beschermen tegen uitmaaien.

Het ziet geel in de polder


Het weer zat niet echt mee, of soms ook wel misschien. De vogelkijkhut aan de rand van Breebaart hadden we steeds voor onszelf. Vogelend op het ritme van het getij vielen vooral de aantallen Bontbek- en Zilverplevieren op.  Daarbij soms meer dan 400 Bonte strandlopers en een Kleine strandloper. Bijzonder: bij ons lopen de eerste weidevogels al met hun kuikens rond en deze steltlopers zijn nog op weg naar hun noordelijke broedgebied. In elk geval allemaal in broedkleed nu; ’t kun minder.

Polder Breebaart; Zilverplevier

Polder Breebaart; overtijende Bontbekplevieren

Op woensdag de 22ste staat er NW +6; om 10.30 is het HW te Delfzijl en het water komt tot bijna op de kwelder. Ik geniet in de hut van steeds meer binnenkomende groepen steltlopers. In zo’n groepje van 40 zilverplevieren valt me een heel donkere plevierachtige vogel op. De groep gaat ver van de hut zitten, maar ik vind de donkere vogel terug en schroef de zoom m’n telescoop maximaal op. Ziet er spannend uit: plevier met een goudkleurige rug met vrij grove zwarte vlekken, maar maakt een veel donkerder indruk dan een goudplevier. Het zwart op de onderkant loopt helemaal door de t/m de anaalstreek! Opvallend contrast tussen het wit boven oog en snavel en de bovendelen. Het wit houdt op bij de flanken. Ik ben bang, dat ik een Amerikaanse goudplevier, man, adult in zomerkleed  in beeld heb en maak een serie foto’s die er door afstand en ruwe weer wat fuzzy uitzien en onmogelijk als bewijs kunnen dienen. Maar ik zet hem vol vertrouwen op mijn eigen levenslijst en probeer hem later mogelijk door de ballotage van het CDNA te krijgen.

22-05-13 polder Breebaart; Amerikaanse goudplevier
Verder weinig vogelaarservaringen die je een gebeurtenis zou kunnen noemen, maar toch: Het vrouwtje Knue dat haar nest in de lage buxus weer opzoekt, oog in oog met de onverschrokken blik van een Witte kwikstaart op haar nest (onder de dakgoot van het stookhok) en een Blauwborst die op het gazon naar voedsel zoekt.

Na zo een tijdje daar aan de voet van de dijk geleefd te hebben merken we weer eens hoe heilzaam ruimte en stilte voor ons zijn. “Ontpolderd” rijden we de drukte van randje randstad tegemoet.

PS: Op 25 mei werd de zeldzame plevier ook door andere vogelaars ontdekt. (Klik: HIER of HIER)

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2013