zaterdag 5 november 2016

Gehekkeld


In de Hollandse polder valt over veel te praten. Je kunt er soms zaken doen die beter waren gelaten of er zaken laten die beter waren gedaan, zonder dat het gezag ingrijpt. Er is echter één taak waarin je maar beter niet in gebrek kunt blijven. Als grondeigenaar moet je zeker je sloten hebben geschoond voor 1 november. En dus werd er de afgelopen weken dagelijks gehekkeld en gebaggerd. Het slootvuil ging de wal op om opgediepte waterwezens de kans te geven om terug te kruipen de modder in. Vandaag wordt het spul opgehaald en met een mestverspreider over het land uitgereden.
 
polder Blokhoven Tetwijksepad: "Hekkelende" Blauwe reigers..

Daar komt een hoop ‘volk” op af: Zestien Blauwe reigers en een Grote Zilverreiger zijn er als eerst bij wanneer het spul op de wagen wordt geladen. Als ik een tijdje heb staan fotograferen komen er ineens vijf Ooievaars uit de lucht vallen. Waar die zo snel vandaan komen en hoe ze dit buitenkansje hebben ontdekt is me een raadsel, maar het levert wel een mooi polder-tafereel op.
.. en een Ooievaar die ook iets van zijn gading zoekt.

Wandelaars blokkeren het Tetwijksepad voor fietsers; “file” in  polder Blokhoven! Als de mestverspreider z’n aftakas laat gieren komt alles weer in beweging.
In paniek er weer vandoor.
 
Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2016


donderdag 3 november 2016

Barstensvol Kramsvogels


031116 Everdingen-uiterwaard; Kramsvogels in Meidoornstruik

Je stapt naar buiten en een eerste groep trekt over. Bij de Schalkwijkse brug nog een keer zo’n koppeltje en dan zitten er aan het Overeind een paar in de top van een Linde te “tjakkeren”, als ik daar een groepje ganzen wat beter bekijk. En wanneer ik door ben gefietst naar de overkant van de Lek tot voorbij Fort Everdingen, juist: daar waar de uiterwaard dooraderd is met meidoorn-singels, is het meer dan duidelijk: Het bárst van de Kramsvogels.
031116 Everdingen; Kramsvogel verschalkt bes van Meidoorn,..
........... als een Koperwiek.
Ik verbaas me er over dat er nu al zoveel, zo vroeg, naar hier komen terwijl in andere jaren we ze pas in januari in dergelijke aantallen op het valfruit in de boomgaarden zien verschijnen. Wat zet hun beweging in gang of weerhoudt ze daarvan? Is het de beschikbaarheid van voedsel? Worden er in sommige jaren veel meer jongen geboren dan in andere? Is er langdurig oostenwind nodig om hen onze kant op te drijven? Of moet dat allemaal bij elkaar komen om te zien wat ik hier nu zie? Heel intrigerend, maar eigenlijk doet dat er niet toe. Je voelt de verwachtingsvolle beweging die in de lucht zit en ziet de massaliteit daarvan in de honderden vogels die zich tegoed doen aan de donkerrode bessen van de Meidoorns.
Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2016

zondag 2 oktober 2016

Volharding


Het verloop van het getij is deze zandhaas niet bepaald met de paplepel ingegeven. En bovendien laat ik niet altijd voldoende tot me doordringen dat je om echt te weten wanneer het hoog water is je niet kunt volstaan met een getijdentabel. Daarom sta ik elke vakantie wel een keer vol verwachting, over wat ik voor moois of interessants zou kunnen gaan zien, voor schut op de dijk: Het water heeft alle vogels al weer van het wad verdreven. Geen rekening gehouden met windkracht en richting.

Na twee missers eerder deze week lijkt het deze keer wel te kloppen. Ik zit op een mooie plek op het strandje van de Volharding. Alleen die naam al ! Ooit een kleine polder (66 hectare bedijkt in 1846) die niet bestand bleek tegen de stromingen van het Eierlandse gat. Na de derde dijkdoorbraak in 1926 werd de onmogelijkheid van een polder op deze plaats ingezien. Een mooie vloedhaak die een baai omarmt bleef er achter. Ik zit er goed nu, één met het land en verder geen mens buiten. De eerste vogels komen voedsel zoeken op het droogvallende wad vlak voor me: Bontbekpleviertjes, Bonte strandlopers, Drieteentjes en Rosse grutto’s hebben me niet in de gaten en zijn erg mooi te bekijken. En echt, ik zit wel degelijk te genieten, maar ik zou ze zo graag fotograferen. Maar het regent te hard om veilig m’n camera op de telescoop te kunnen gebruiken. Dan toch: het wordt praktisch droog, de lucht is schoon, het licht mooi diffuus, de vogels storen zich niet aan mij en er komt meer wad tevoorschijn. Drie jonge Zilverplevieren komen op hun typische plevierenmanier steeds dichter bij: Lopen, stoppen, kijken, pikken. Prachtige dieren zijn het. Ze hebben mooie grote ogen en als je goed kijkt zit er nog best veel goud in die fijne tekening op hun mantel. Zo is fotograferen genieten en echt veel mooier dan op een plaatje jagen.

02-10-2016 Texel, de Volharding: Bontbekplevier in eerste winterkleed
02-10-2016 Texel, de Volharding: Zilverplevier in eerste winterkleed

De jachtdrift laait wel degelijk op wanneer er een Drieteenstrandloper met kleurringen mijn beeld binnen dribbelt. In elk geval sta ik op scherp en het lukt om het beweeglijke beestje, mét complete pootjes, op de plaat te zetten. Dan begint het te regenen en te waaien. Tijd om in te pakken en weg te wezen. Op de terugweg naar de camping krijg ik het volle pond aan regen en wind. Hier in de openheid op de waddendijk is er geen ontkomen aan en ik geniet.
 
02-10-16 Texel, de Volharding: Gedecoreerde Drieteenstrandloper.
Dit drieteentje blijkt een jong beestje: Deze zomer op Groenland uit het ei gekropen, gevangen en geringd, op de wieken gegaan, de Atlantische oceaan en Noordzee overgestoken en nu met windkracht 7-8 in de stortende regen naar voedsel zoekend, hier op de Volharding. 
Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2016