vrijdag 7 november 2014

Ingelijst


Het gebeurt zo vanzelfsprekend dat het ongerijmde ervan vaak niet doordringt: Een Grutto op wacht op de kop van een heiningpaal, een Aalscholver op een lantaarnpaal boven de Rondweg, Spreeuwen en Mussen die nestelen onder dakpannen of zwaluwen die een nest onder dakgoot of hanenbalk kleien. Maar wonderlijk is het wel. De mens zet iets volstrekt onnatuurlijks neer en de natuur merkt het verschil niet met haar eigen werkelijkheid. Onze constructies refereren aan iets bekends en worden gewoon gebruikt.

In de andere omgeving van een Waddeneiland viel deze ongerijmdheid me ineens wel op. Aan de Waddendijk bij Krassekeet scharrelde een Oeverpieper. Een broedvogel van noordelijke rotskusten en eilanden die overwintert aan onze kust. Nu hebben wij een prachtige kust, maar natuurlijke rotsen kun je er niet aantreffen. De geasfalteerde blokken op deltahoogte bieden kennelijk voldoende vervanging, veiligheid en voedsel. Het zeegroen geverfde metaal op het gemaal vormde een mooie omlijsting voor deze stoere pieper:

04 november 2014 Waddendijk Krassekeet; Oeverpieper op gemaal.

Zou de soort überhaupt nog naar Nederland komen wanneer wij daar geen basalt en graniet naar toe zouden hebben gesleept?

Op de dag van vertrek stond er windkracht 7. Het vogelt dan beroerd; de meeste soorten houden zich gedeisd en de optiek is moeilijk te hanteren. Maar aan de Mokbaai vonden we een plek in de luwte met zicht op voedsel zoekende vogels die door het opkomend tij voortgedreven werden en op een Slechtvalk op het platform van een baken in de baai. Steltlopers en eenden modderden ongestoord onder hem door. Waar zou zó’n beest landen wanneer wij zijn omgeving niet van een metalen rots zouden hebben voorzien? Nu zat hij er als vanzelfsprekend en werd prachtig ingelijst door de heining van het platform:

07 november 2014 Texel Mokbaai; Slechtvalk op baken.
 Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014


zondag 2 november 2014

In schoonheid voltooid




Ongemerkt wordt er buiten op grote schaal gestorven. Elk voorjaar kruipen er miljoenen jonge vogels uit hun ei. De meeste zullen de leeftijd waarop ze zich zelf voort kunnen planten niet halen. Je merkt er meestal weinig van. Soms ligt het op de stoep of komt het op mijn pad:

Over de zin of onzin daarvan kan ik aan mezelf zinloze vragen stellen. Antwoorden daarop zal ik nooit krijgen. Pijn en angst zullen er wel geweest zijn. Maar wreed is het volgens mij niet. Er wordt gedood en gestorven zonder oordeel over wat er gebeurt. Omdat het dood is kan ik misschien niet meer bij de essentie van zijn bestaan, maar door goed te kijken, nu wel heel dichtbij de schoonheid van het dier komen. Vandaag is dat genoeg:

 


Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014