maandag 15 juli 2013

Verdraaid...... het is zomer


Een echtpaar op leeftijd staat gebukt te werken in hun moestuin aan het doodlopende Neereind. “Al nieuwe aardappels?” Informeer ik. “Oh, al meer dan een maand” en prompt volgt het verhaal van vroeg gezaaide spinazie die sneeuw en vorst overleefde en al in maart geoogst kon worden. Kras; maar de rode bieten staan er pront bij en de zomerprei ziet er ook al veelbelovend uit. “We hebben goeie grond opgebracht” verklaart hij. We wensen elkaar een goede dag en ik fiets terug. In de wetering zwemt een paartje Waterhoen met zes kleine kuikens. De jongen volgen lopend over Gele plompe bladeren en zwemmend door het kroos hun ouders die steeds weer iets priegeligs te eten aanbieden. Soms stoppen ze even om gezeten op de rand van een Plompeblad wat te poetsen en op te drogen. Wanneer je ze beter bekijkt zijn het heel merkwaardige wezentjes: Pluizig zwart, rode delen op kale kopjes en primitieve vleugelstompjes die wapperend worden gebruikt om hun bedelen kracht bij te zetten.






15 juli 2013 Kaaidijk; Waterhoen met kleine kuikens.
Het voelt altijd dubbel; de aanblik van al die mooie pluizenbolletjes in het voorjaar, net uit hun ei gekropen. Ze roepen zorg en vertedering op, maar je weet ook dat er minder dan twee hoeven te overleven om hun ouders te vervangen. Je zou zelfs kunnen veronderstellen dat de meerderheid uit het ei is gekropen met als enig doel te verdwijnen in de bek van een snoek of meeuw. Maar dat wil er bij deze bioloog niet in, dat kan niet het enig doel van zo’n fragiel wezentje zijn. Leven, is het doel van uit-een-ei-kruipen en dát is wat het wil. Zaterdag vond ik dit jonge Fazantje. Het was al flink op weg om de gevaarlijkste periode van zijn leven te overleven (ik denk dat het al bijna kon vliegen) voordat het een zinloos einde vond door een voorbijrazende auto. Ik heb hem opgeraapt, gefotografeerd en begraven. Er zijn mensen die dat zinloze handelingen vinden.
13-07-2013 Rondweg Houten; Jonge fazant, doodgereden
Ik vervolg m’n weg langs Kaaidijk en Elpad en sta een poosje stil bij het verdronken Elpadbos. Er klinkt de roep van een Waterral. Een Bruine Kiekendief vrouw komt stilletjes aanglijden, doet alsof ze voornemens is door te vliegen, om vervolgens een scherpe draai terug te maken. Mooi beest. De eerste Wintertalingen zijn gearriveerd om hier te ruien. Er fladderen wat witjes en een Gehakkelde aurelia over het dijkje. In de vervallen boomgaard verderop slaat een Zanglijster alarm. Komt dat door mij of door die stiekeme Buizerd? Overal waar bomen of struiken staan zingen Zwartkopjes. Waarom eigenlijk nog? Er hoeft toch geen territorium meer verdedigd te worden? Achter ons huis zag ik ze op een vroege ochtend al samen met hun jongen proeven van de eerste Lijsterbessen.

De aanblik van de  Honswijkerwaarden is een twijfelachtig genoegen nu. Het graafwerk oogt als industrieel vandalisme. Tegenover de Uitweg is het uitzicht net te harden. Vorige week rustten hier elf lepelaars, nu zie ik in het ondiepe gedeelte iets kleinere witte vogels heen en weer rennen. In de scoop blijken het twee druk foeragerende Kleine zilverreigers. Deze soort is een stuk schaarser geworden door een paar strenge winters en het is best lang geleden dat ik ze in onze regio zag; m.a.w. 'k ben blij met deze waarneming

Langs het inundatiekanaal Bij de Molenbuurt neem ik een bakje koffie. Een Grasmus zingt z’n krassend liedje, een Vink klinkt wat zeurderig en weer de zang van Zwartkoppen. Ring- en Huismussen pendelen heen weer naar het graanperceel. Valt daar wat te halen dan? Verdraaid... de tarwe staat al mooi in de aar. Het is zomer !