donderdag 28 april 2011

Kuikens

We lopen de nesten langs die op de zeer binnenkort te maaien percelen liggen. Zijn ze uitgekomen, halen we de stokken weg. Alle nesten die we controleren blijken succesvol uitgebroed.

28-04-2011; Kievietsnest met schilfers van eischalen: uitgekomen.


Wordt de loonwerker verwacht bij het nest, dan zetten we het ruim af met bamboestokken. Een deel van de stokken heeft een rood-witte markering, om de zichtbaarheid voor de loonwerker te verbeteren.

28-04-2011: Gruttonest wordt ruim afgezet met bamboestokken.


Op een door droog vee begraasd perceel hebben we ze al eerder gezien vanavond: kuikens bewaakt door super alerte ouderkieviten. Op de terugweg treffen we zo'n jong diertje "voor de voet", met z'n snavel tussen de paardenbloemen gedrukt vertrouwd hij op z'n schutkleur die in dit groen niet erg effectief lijkt.


28-04-2011: Kievitskuiken vertrouwt op z'n schutkleur
Snel wegwezen want hij zal pas weer in beweging komen als de oudervogels het sein "veilig" hebben gegeven.
In de dagen rond het kuilen houden wij even rust. Stimulerende en leerzame waarnemingen en ervaringen waren de afgelopen weken ons deel. Boer en vrijwilliger steken veel energie in het werken in met de natuur. Maar de vogels doen daar niet voor onder; 28 dagen broeden en dan nog een maand voordat dit vogeltje hopelijk op de wieken gaat.

woensdag 27 april 2011

Regels zijn regels

Agrarisch natuurbeheer wordt door onze overheid gefaciliteerd door het verstrekken van onkosten vergoedingen voor de aangepaste bedrijfsvoering die nodig is om het de natuur naar de zin te maken op een boerenbedrijf. Omdat het om belastinggeld gaat wordt natuurlijk goed gecontroleerd of de uitgaven wel rechtmatig worden ingezet; m.a.w. of het wel volgens de regels gaat.  Er is helaas geen controle op doelmatigheid. Dan kun je het volgende meemaken:
De eerste snede gras zal binnenkort binnen worden gehaald. Op een te maaien perceel liggen 7 nesten van kievit en 2 van tureluur. Dat wordt een hele kunst voor ons om al die nesten duidelijk te markeren en voor de loonwerker om er netjes om heen te werken. Zouden er dan juist uitgekomen kuikens rond sjouwen, dan worden die zonder meer verhakseld. 
Cluster legsels; Kievit, (blauw), Grutto (rood), Tureluur (groen)

Voor een ander perceel is afgesproken dat het pas na 1 juni zal worden gemaaid. Dat is allemaal keurig vastgelegd bij de provincie en er zal een vergoeding voor worden gegeven. Op dit perceel liggen nu, zeker weten,  geen nesten. De oplossing voor het perceel met de vele nesten ligt hiermee, met dichte portomonee, letterlijk onder handbereik: Wat hectares uitgesteld maaibeheer (met bijbehorende vergoeding) verplaatsen naar dit perceel.  Navraag leert snel en duidelijk: Uitgesloten !! De AID controleert jaarlijks op ongeveer 10% van de bedrijven steekproefsgewijs of de regels voor de beheersovereenkomsten juist worden nageleefd. De AID zou hier, in de aan de vogels aangepaste, situatie vaststellen, dat er een perceel is gemaaid dat volgens de overeenkomst niet gemaaid had mogen worden. Gevolg: waarschijnlijk een flinke boete en intrekken van de subsidie. Dat wagen we er dus maar niet op. De belastingbetaler, zowel als de vogels en haar vrijwillige beschermers en de boeren kopen hier dus niks voor dit thans erg dure geld (*).

De oplossing kunnen we dus beter ergens anders zoeken. Die komt van boer Jan die gelukkig niet "binnen de lijntjes" denkt en werkt. “Wat heb je nodig” vraagt hij. "Het perceel tussen het voorste en het laatste nest niet maaien” is mijn voorstel. "Prima, doen we en dan ga ik nu melken", is zijn gedecideerde reactie.  “Mijnheer Bleeker” zou ik willen zeggen, “ga eens met Jan praten”. "Wellicht kan het dan nog wat worden met dat agrarisch natuurbeheer van U; en kunt U dan ook uitleggen waarom de vergoedingen 2010 nog niet zijn betaald?"
(*) : Wanneer op natuurbescherming 60% wordt bezuinigd, mag de belastingbetaler verwachten dat de overige 40% uiterst doelmatig zal worden ingezet.

zaterdag 23 april 2011

Slimmeriken en aparatuur

De eerste snee komt sneller op ons af dan we hadden gehoopt en verwacht. De zoekfrequentie wordt opgevoerd en de vraag of we liggende nesten wel of niet uitgebreid zullen markeren wordt prangend. Janek en ik turen door onze telescopen over een zee van paardenbloemen op zoek naar tekenen van broedverdacht gedrag bij de weidevogels voor ons. Het paartje Grutto’s vreet vooral en mevrouw gaat geheel niet in op zijn avances. Verspreid over de percelen foerageren Regenwulpen en is er opvallend veel gekibbel tussen Kieviten. Een Tapuit met een mooi lichtgrijs manteltje strijkt vlak voor ons neer op het betonpad. Een laag langs kruisende vrouwelijke kiekendief zorg voor paniek onder de vogels en opwinding bij ons, want ze heeft lange smalle en vooral puntige vleugels, verende vlucht en een beperkte witte stuit; een Grauwe kiekendief  zou best bijzonder zijn. 
Zo wordt het niks met het vinden van te beschermen legsels. We maken een insteek op het 2de perceel. Na twee Kieviten vliegt een Tureluur stil naar links, maakt een bocht naar rechts en pas dan flink misbaar. De beide Kievitslegsels hebben we snel gevonden, maar de Tureluur krijgt een tweede kans. In het laatste nummer van “Vogels” worden het echte slimmeriken genoemd, ze kijken helder en scherpzinnig uit hun ogen, zo weten de ingewijden, ze zijn fel op de bedreigers van hun jongen en razend goed in het verbergen van hun nesten. Ik geloof het allemaal direct, maar kreeg nooit de kans om deze moeilijk peilbare weidevogel zo diep in z’n pientere ogen te kijken. We gaan terug naar onze warme uitkijkpost. Janek ziet al verrassend snel de Tureluur op een heiningpaal neerstrijken, die na een korte pauze de paardenbloemenzee induikt en via een bochtige sluiproute van de aardbodem verdwijnt. We pakken de portofoons erbij. Jan heeft vanochtend met enige verbazing staan kijken naar wat we zoal aan apparatuur meenemen naar zijn weiland: verrekijker, telescoop + statief, GPS, portofoon, digitale camera en natuurlijk koffie en voldoende koeken, zijn misschien niet onmisbaars maar wel behulpzaam. Janek houdt de plek waar de vogel verdween door z’n scoop in de gaten en dirigeert me er naar toe. Een stille Tureluur vliegt veel meer naar links op dan ik haar had verwacht, maar de aanwijzingen via de portofoon bewijzen hun dienst. Als je dan het “kuifje” gevlochten gras tussen de paardenbloemen uit ziet steken, weet je zeker dat daaronder een diep nestkuiltje met 4 prachtige mini kievitseieren moet liggen. 


Slimme Tureluur geniet van z'n geliefde greppel
(foto 15-4 in Friesland genomen).


We maken een insteek op het volgende perceel waar we van grote afstand weer een stille Tureluur op zien vliegen ergens uit de buurt van een “vermoedstok” van een paar dagen geleden. De vogel krijgt gezelschap van haar partner en begint pas dan te alarmeren. We plaatsen een tweede "peilstok" en gaan terug voor een laatste kop koffie mét 2de koek en wachten. Ook al hebben we geen vogel terug zien komen wagen we een poging. Strak naar de twee stokken in de verte turend en stevig doorlopend komen we op zo’n 25 meter als opnieuw een zwijgzame Tureluur afvliegt. Nu hebben we het  punt wel scherp op ons ne(s)tvlies; wat kun je dan blij zijn met een orientatie polletje. Het nest ligt diep verscholen en heeft boven het gevlochten grasdakje nog een luifel van zuringbladeren versierd met een paardenbloembroche. Alleen vanuit een bepaalde hoek kun je met enig moeite de eieren zien liggen. Het gebeurt ons niet vaak, dat we met twee Tureluurlegsels “op zak” naar huis kunnen.
N.B. Het 2de nest lag op 365m van ons "koffiezitje" (nagemeten met de GPS-software).

zaterdag 16 april 2011

Waar ben ik?

Ewoud en Gerard zijn al doorgefietst naar het Overeind om daar te proberen nog wat weidevogellegsels te vinden om te ze kunnen beschermen. Actieve vogelaars kunnen hun hart ophalen in deze tijd van het jaar aan kleurringen lezen, wintervogeltelling, broedvogelinventarisatie en weidevogelbescherming. Alle medetellers van onze groep doen op meerdere fronten mee en vragen zo het nodige van hun dierbaren.

Ik houd het op Rouwkwikstaart vrouw
Op het bankje achter “de Rietput” zit ik te wachten op de telploeg-Oost. Het is aangenaam stil en bijna therapeutisch genieten om nu buiten te zijn. Er tollen nog veel beelden en indrukken van het weidse Friese weidevogelland door m’n hoofd. Ondertussen is daar het beeld van een groepje Kleine mantelmeeuwen in vol bruiloftskleed bijgekomen. We troffen ze aan langs de Kloosterbuurt. Knalgele poten hebben ze nu en mooie witte koppen die scherp afsteken tegen de bijna zwartbruine mantelveren. Z’n roep verried de Steenuil; “ze worden flink gepest door kauwen maar hadden vorig jaar 4 jongen”, zo wist de trotse eigenaar. Een erg beweeglijke kwikstaart met donkere mantel liet zich toch fotograferen. Zou ik hem thuis kunnen brengen als m’n eerste Rouwkikstaart?

Rietgors man achter de "Rietput"

Een Rietgors zingt ambitieus zijn eentonig liedje in een zachtgeel verbloeiende wilg. Met de charme van zijn eenvoud zal hij Idols nooit kunnen winnen, maar ik geef hem alleen al daarom een hoge waardering. Michiel, Peter en Siebe voegen zich goedgemutst bij me. Ze brengen opvallend veel Scholeksters voor in de boeken mee. De winterganzen zijn we nu echt kwijt tot oktober. Peter attendeert ons op een roepende Koekoek. Dat is vroeg! Naar het oosten krijgt een Buizerd flink op z’n lazer van de territoriale Kieviten en Grutto’s daar. We maken de laatste telling van het seizoen af met een groepje van 11 Grutto’s niet ver van het fietspad, waarvan tenminste 3 vogels zich als IJslandse (islandica) laten duiden. En zo beginnen de beelden uit de Friese en Schalkwijkse polder zich op een erg aangename manier met elkaar mengen.

vrijdag 15 april 2011

Oerpolder

Na anderhalf uur rijden staan Siebe en ik al vroeg met een kop koffie wakker te worden op het plein voor de kerk van Koudum. Juist als een kleine graafmachine het kerkhof wordt opgereden voegt René zich bij ons. Hij heeft ons uitgenodigd om een dag mee te gaan en in de polders van zuidwest Friesland kleurringen van Grutto’s af te lezen; een buitenkans om bij te scholen. 
Gruttoman, met unieke individuele kleurrcode

Aan het einde van een doodlopend wegje met zicht op de Heanmarpolder is het geluid van weidvogels overal.  Aan de oostkant van de kade langs de Hauksloot hebben we zicht op een grote moderne stal en wordt juist gras binnen gehaald, van een strak groen perceel, voor de koeien die daar binnen staan; hier wordt geboerd voor de wereldmarkt. In het westen een bult ruige mest achter een boerderij en in de verte de IJselmeerdijk. Het gewas is donkergroen, er bloeien pinksterbloemen en er groeit wat pitrus; hier wordt de natuur beheerd ten dienste van weidevogels. Kieviten op hun nest, Grutto’s die elkaar de grenzen van territoria bevechten, meerder paartjes Slobeenden die er rondscharrelen, Rietzangers en Rietgorzen, grote groepen fanatiek foeragerende Kemphanen, een prachtig Tapuitje en de zang van de Veldleeuwerik in de lucht. Alleen al door die Slobeenden had ik onze reis er al uit; vreemde lompe vorm, maar een prachtig getekende beest. En het is een gerust stellende gedachte dat deze weidevogelgemeenschap nog bestaat in Nederland. 

15-04-2011: Slobeend woerd in de Heanmar
De vogels trekken zich weinig aan van onze aanwezigheid, waardoor we wonderlijk dichtbij kunnen komen. In Blokhoven maken we dat zelden mee zo. Het is maar goed ook dat we dichtbij de vogels kunnen komen, want het vergt de nodige vaardigheid en regelmatig wat geduld om de soms erg verkleurde codes af te lezen. Over het hoe-en-waarom van dit project schrijf ik later wel eens, eerst even genieten.
Na de lunch blijven we "haken" bij een perceel ten oosten van Ferwoude. De topokaart geeft aan dat sommige stukken polder hier 3 meter onder NAP liggen! Juist brengt een vrouw Blauwe kiekendief de luchtmobiele weidevogelbrigade in het geweer. Na een tijdje keert de rust terug. Een Grutto zit ogenschijnlijk te pitten tussen de pinksterbloemen, maar even houdt hij z'n kop scheef. Hij heeft de hoge Buizerd aanmerkelijk eerder gezien dan wij. Geen wonder, ook hier lijden we aan een ernstige "blikvernauwing" en turen lang door onze telescopen om weer een paar geringde vogels bij te kunnen schrijven.

15-04-2011: Grutto; slapende waker

Rene weet nog een mooi perceel aan de weg van Warkum naar it Heideskip. Dit onooglijke plaatsje is beroemd in Friesland vanwege de wereldkampioenschappen fierljeppen en werd werd later landelijk bekend door Hylke Speersta’s boek “De Oerpolder”. Wat zouden de mensen die deze polders onttrokken aan de blubber er van zeggen als ze ons hier zagen “niksen” langs de kant van de weg? De betrokken boer heeft het water opgezet zodat de greppels via de drains vol zijn gelopen. Nu het voorjaar zo droog is heeft dat een magische aantrekkingskracht op weidevogels. Er is weer werk aan de winkel want de meerderheid van de Grutto’s blijkt hier een kleurcode te dragen. Daartussen broeden Kieviten en scharrelt een Tureluur zijn kostje bij elkaar in de greppelrand. 

's Avonds bij de friet op het stadplein van Workum komen we tot de conclusie: "Om op een dag als vandaag, in dit jaargetijde en op deze plek een hele dag en doelgericht achter de vogels aan te gaan; da’s een voorrecht !"

donderdag 14 april 2011

Volgers

Door technische problemen bij Blogger worden de volgers van polder Bloghoven (en veel andere blogs) niet altijd weergegeven en kunnen zich geen nieuwe volgers aanmelden. Er wordt aan gewerkt. 

zondag 3 april 2011

Eerstelingen

Belangrijke gebeurtenissen in mijn leven maak ik maar één keer voor het eerst mee. Maar in de natuur, is gelukkig een cirkelbeweging gaande die je de gelegenheid biedt een eerste gebeurtenis vaker te beleven. Zo waren er de afgelopen week m’n eerste Boerenzwaluw (31 maart), m’n eerste Zwartkop (2 april) en m’n eerste Fitis (1 april). Het ijle melancholiek dalende wijsje van dat laatste grijsgroene zangertje, dat een vedraaid lange reis achter de rug had, hoort thuis in juist lichtgroen uitbottende meidoorns en prunus struiken. Het bracht bij mij het voorjaar definitief binnen.


De Holenduif (doffer) maakt er werk van
om z’n partner aan haar biologische verplichtingen
te herinneren. Hun eerste legsel zullen ze
waarschijnlijk leggen in één van de
stokoude knotessen aan de slootkant.


Gisteren zag ik ook de eerste tekenen van broedgedrag van Grutto en Tureluur in polder Blokhoven. “Weidevogelen” met een telescoop; sommigen vinden het niks. Ik soms ook, maar nu was ik er, zonder ze te verstoren, getuige van hoe de Grutto man een vers gekrabde nestkuil aan zijn partner toonde. Hij richtte de witte onderzijde van zijn staart omhoog en strekte z’n snavel laag over de grond. Onweerstaanbaar voor haar, want ze trok een sprintje en kwam kijken. Maar ze kroop nog niet in de pol die hij voor haar had uitgekozen; volgende keer beter. Plots stoof een Kievit van haar nest om een Tureluur te verjagen die in de pol vlakbij het Kievitsnest een plaats voor haar nageslacht zag. Uiteindelijk zullen ze wel aan elkaar wennen. Grote kans dat de Tureluurs de alerte Kieviten zullen gebruiken als schildwacht voor hun goed verborgen legsel. De eerste twee Kievitsnesten zijn inmiddels gemarkeerd omdat de koeien een stuk dit perceel op gaan. 't Is lente !!