zaterdag 8 februari 2020

Brandganzen, wat beter bekeken

Sinds 2007 kijk ik elke winter uit naar Kolganzen met kleurringen. Altijd boeiend en niet zelden  ben ik onder de indruk van de vlucht van deze ganzen tussen onze polder en verre oorden. Ganzen hoeven zich beslist niet te schamen voor de afstanden die ze vliegen. Mettertijd ben ik het gaan combineren met het kijken naar familieverbanden en het tellen van de jonge vogels die met hun ouders terug komen uit het arctische broedgebied. En dan ontdek je steeds meer van de structuur en individualiteit die in zo’n bruingrijze groep van duizenden Kollen aanwezig is. 
Brandgazen zijn anders. Die soort heb ik, moet ik bekennen, lang wat links laten liggen. Té massaal, zoals ze dicht op elkaar en in een hoog tempo, de polders begrazen. De volwassen en jonge vogels en de geslachten zijn lastig uit elkaar te houden en dan wordt zo’n groep al snel een amorfe zwart-witte, te druk grazende, massa. Daar komt nog bij, dat bij deze vogels meestal niet de hals, maar de poten van kleurringen worden voorzien. En zie die in een vlakke, veel te grazige, polder maar eens te ontdekken en af te lezen. Dit seizoen belandde ik wat vaker op de Lek-dijk. En met zicht van boven op zo’n lekker kaal gegraasde uiterwaard, gaat het aflezen van pootringen een stuk beter. Ik ontdekte in dit ene seizoen meer geringde vogels dan in vele voorafgaande tezamen. Het heeft zeker ook geholpen, dat er de afgelopen jaren flink werk is gemaakt van het ringen van Brandjes;  “zomers” op Kolguev (Bijvoorbeeld: LYBD zie foto en kaartje) en ‘s winters bij Piaam en Eemnes. De trefkans is daardoor flink hoger geworden.

060220: Steenwaard, Schalkwijk. Brandgans LYBD.150804 geringd op Kolguev (Rusland)


Trekroute LYBD; gele speld is broedgebied.

Maar elk winterseizoen is er weer het moment, dat ik me afvraag wat ik hier eigenlijk aan het doen ben, of dit wel mijn manier is om naar vogels te kijken? Want kijken naar vogels, dat is in essentie toch kijken naar schoonheid en die is moeilijk te vinden in het turen naar ganzenpoten. En toch levert het me wel degelijk zoiets op. Laat ik dat uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Op 8 februari trof ik in de Buitenwaard bij de Heul drie Brandganzen met kleurringen: RDN2, RDN3 en RDN4 (d.w.z. alle drie vogels droegen links een rode ring met letter D en rechts een zwarte (=Noir) ring met codes 2, 3 en 4). De vogels bleken onafscheidelijk. Ik concludeerde intuïtief: Paartje met een jong! De ringgevens zaten nog niet in de geese.org database, zodat ik het geslacht en de leeftijd niet kon checken. Die zijn bij de vogel “in de hand” wel met zekerheid vast te stellen en worden altijd in de database vermeld. Thuis dacht ik op de foto’s echter 3 volwassen vogels te zien. Maar waar zit je dan naar te kijken? Een paar weken later werd in geese.org vermeld dat deze drie vogels op 8 januari bij Eemnes waren geringd. En het betrof inderdaad 3 volwassen vogels; 2 mannetjes en 1 vrouwtje!


080220: Buitenwaard, Schalwijk, Brandganzen RDN2, RDN3 en RDN4

Op 14 maart kreeg ik in de Steenwaard, weer 2 “Brandjes” met een rood-zwarte kleurcombinatie in beeld: RDN3 en RDN4! Zo’n herkansing krijg je niet vaak en hun eerdere aflezing was een uitnodiging geworden om nu beter te kijken. De man-vrouw gegevens had ik echter niet bij de hand. RDN4 gedroeg zich als een mannetje. Andere vogels werden zeer resoluut uit de buurt gehouden. Het broedseizoen hangt in de lucht en dan is het zijn taak om haar op de beste plekjes te laten grazen en andere heren uit de buurt te houden. Thuis bevestigde geese.org ze als vrouw resp. man. Ik had het goed gezien! RDN2 was nu nergens in de buurt. Maar waarom trok deze vogel eerder samen op met dit paar? Misschien een inmiddels volgroeid jong uit een eerder jaar of een andere familierelatie? Normaal gesproken trekken ganzengezinnen samen op totdat het voorjaar zich aandient. Daarna gaan de jongvolwassenen hun eigen weg. Maar meerdere ganzenwaarnemers stuurden me deze winter verhalen over inmiddels volwassen geworden geringde Brand- en Kolganzen die hun ouders weer tegen komen en daar een tijdje samen mee optrekken, alsof ze nog een jong gezin zijn. Zelf zag ik in januari ook een Kolgans vrouw, geboren in 2018, geringd in januari 2019, die nu weer samen optrok met haar ouders.

En zo krijg je een zichzelf stimulerende cirkel: Je kijkt naar vogels, je ontdekt kleurringen, je leest ze af, gaat daarom beter kijken naar juist die vogels en ziet dingen die je anders niet zou hebben gezien. En je realiseert je, zoals wel vaker in het leven: “Wat je ziet, is niet altijd dat, wat je denkt dat het is.
Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014 - 2020.

Met dank aan Mario Huizinga: Niet alleen voor de levensloop van afgelezen ganzen, maar beslist ook voor de prachtige kaartjes, die in de BirdRing app voor iOS worden gegenereerd. Zie: BirdRing for iOS

Voor meer info zie ook: 
-  Reproductie.
-  Website Geese