maandag 30 april 2012

Feestelijk

Oldtimers vliegen boven de polder, na een dag die nog steeds prachtig is. Eindelijk lente en dat willen we weten ook. Oranje en luchtig uitgedost stalde Nederland z’n oude spullen uit op kramen, tafels of een kleedje op het gras. De dag kon worden afgesloten met een “opgeruimd staat netjes” of “toch maar die leuke knuffel meegenomen want hij was maar € 0.50”. Zo’n gratis extra vrije dag is al mooi meegenomen, maar dan ook nog zulk weer.
Op deze dag volgt een uitgelezen avond om, voor ’t eerst zonder jas (!!), op Jan’s land in de polder te struinen. Ik speur naar een nest van tureluur maar stoot een eend van haar nest. Een paar seconden heb ik nodig, om het lichtblauw in de vleugel van de wegvliegende eend te combineren met het kleinere formaat van de eieren tot Slobeend !! Er hing al wat langer een paartje rond en nu bingo: Het was al een paar jaar geleden dat ik voor ’t eerst een legsel van deze kritische weidevogelsoort hier trof (voor een eerder polderblog over deze soort klik: HIER ).
30-04-2012: Legsel van Slobeend.
Nagenietend achter m’n telescoop valt m’n blik op een verdacht alert loerende Gruttoman die koers zet naar de rand van perceel 2, waar hij op z’n huid wordt gezeten door een Kievit die daar in de buurt een legsel heeft dat op uitkomen staat. Maar de broedse Grutto is vastberaden en probeert het vanaf de andere kant van het perceel en schuift uiteindelijk tussen het gras. Het vinden van het nest kost deze keer weinig moeite; een prachtig viertal. Het is me al vaker opgevallen dat mannelijke weidevogels minder voorzichtig zijn dan hun partners. (Thuis zie ik aan de hand van de GPS-gegevens erbij wat ik buiten al dacht: het nest ligt op nagenoeg dezelfde plek als het legsels dat hier in 2009 door een gepensioneerde loonwerker werd gevonden; maar daarover later misschien nog eens meer). Achter me klinkt het gepiep van Graspiepers. Twee exemplaren zitten met nestmateriaal (of is het toch voer?) in hun bek op de heining. Wegwezen, ik zit in de weg.


30-04-2012: Graspieper met nestmateriaal (of voer?)
Het beste nieuws van deze avond komt van Jan: Hij heeft Gruttokuikens gezien in en rond het al op 7 april door Siebe gevonden nest. Ik ga de stokken weghalen en neem een foto van het lege nest. Op de bodem zijn de schilfers van de eierdoppen duidelijk te zien en bevestigen dat het legsel inderdaad succesvol werd uitgebroed. Het zou zonder de beschermende heiningdraden die door Jan rond het nest werden geplaatst zeker door koeienpoten zijn vertrapt. Deze kuikens hebben daardoor een hele mooie vroege start kunnen maken. Ondertussen lukt het om nog vier Kievitlegsels tussen de stokken te krijgen.
Het vuurwerk boven de Kooikersplas is vanavond extra spectaculair en feestelijk.

30-04-2012: Succesvol uitgebroed Grutto legsel.

donderdag 26 april 2012

Keuzes


Het kostte nogal wat moeite om mijn eerste Gruttolegsel 2012 tussen de markeringsstokken te krijgen. Het werd tijd, want dinsdag gaan de koeien aan dit perceel beginnen. Er was weliswaar wat meer dan een vermoeden van een broedende vogel, maar het nest lag ver, waardoor ik de afstand niet goed inschatte, de zee van paardenbloemen enorm, waardoor ik geen oriëntatiepunt meer had, de buurman kwam op het verkeerde moment de heiningdraad verzetten, waardoor de broedende vogel was gevlogen, Kieviten met jongen sloegen groot alarm zodra ik achter de silo vandaan kwam en het woei veel te hard. 

Zee van Paardenbloemen.
Elk jaar, wanneer het eerste Gruttolegsel tussen de stokken ligt, houd ik er rekening mee dat het ook m’n laatste kan zijn. Dat is niet alleen zo in wat somberder buien, maar is ook gestoeld op wat we weten. Want de Grutto is niet alleen een prachtige weidevogel, maar ook een erg interessante steltloper die door gedrag, grootte én lange poten (waar mooie kleurringen om passen) goed te onderzoeken is. Omdat de Grutto een bedreigde soort is werd voor dergelijk onderzoek al veel geld vrij gemaakt (vrij naar een citaat van prof Teunis Piersma). Daardoor weten we inmiddels ontzettend veel. Bijvoorbeeld, dat eenmaal volwassen, 80 - 95% van de Grutto's terugkeert naar hun broedgebied, maar ook dat in sommige jaren 15 – 50% van de paren er voor kiest om helemaal niet aan een legsel te beginnen. En dat elk paar gemiddeld 0,6 jong per jaar groot moet brengen om de verliezen door sterfte te compenseren en de populatie in stand te houden. We weten ook dat dit bijna nergens in Nederland nog wordt gehaald en dat dientengevolge de populatie met 5% per jaar daalt.

Een nieuw begin..
Vier van die grote eieren vragen veel energie.
Zij moest er veel voor vreten, terwijl...
.. hij de wacht houdt.
Grutto aan z'n einde gekomen.

Gelukkig weten we ook wat Grutto’s nodig hebben om wel tot broeden te kunnen komen en voldoende jongen op de vleugels te krijgen: Allereerst het waterpeil verhogen (dat was al veel langer bekend), waardoor de groei van het gewas later op gang komt en de bodem goed doordringbaar blijft, niet te weinig en niet teveel bemesten, wat ook helpt om op een latere datum een maaibaar gewas te hebben, niet de hele polder in één week plat maaien, niet zomaar bosjes in de polder aanplanten, rietruigten of klompen- en fietspaden aanleggen.

Dus we kunnen niet zeggen dat we niet hebben geweten, dat de Grutto achteruit ging, en dat we niet weten wat we daar aan moeten doen. We hebben alleen niet de juiste keuzes gemaakt. En wat zou deze vrijwillige weidevogelbeschermer gaan doen als die duur betaalde kennis toch nog eens in praktijk zou worden gebracht? Want deze vrijwilliger mag natuurlijk alleen maar op Grutto legsels jagen omdat het een bedreigde soort is, waar de legsels van moeten worden beschermd i.p.v. uitgemaaid. Eerlijk gezegd; wanneer ik zeker zou weten, dat de vogels hier voor me op deze percelen in alle rust hun legsels konden uitbroeden en broedsels groot konden brengen, dan zou ik alleen nog maar ergens aan de kant, of in het veld achter een hek gaan zitten kijken met een verrekijker, koffie en een camera bij de hand. 
Dat zou pas puur genieten zijn !!

Gegevens ontleend aan:
J. Schroeder e.a. Faillissement dreigt voor Nederlands weidevogelbeleid. In: De Levende Natuur - november 2009, pag. 333 -338
R. Kentie, J.C.E.W. Hooijmeijer, C. Both & T. Piersma. Grutto's in ruimte en tijd 2007 - 2010. RU Groningen 2011.

zaterdag 21 april 2012

Zoute polders

Uitzicht op het torentje van Groede in het noorden en op de watertoren van Oostburg in het zuiden. Een kilometer naar het oosten ligt het gehucht Scherpbier iets verder naar het westen Marolleput. Nooit geweten, dat Zeeuws Vlaanderen zo centraal ligt; ik bedoel: te midden van natuur, cultuur en historie. Een oud land is het, dat langzaam maar gestaag op de zee werd veroverd door schiere monniken (= cisterciënzers) , U weet wel, die van Schiermonnikoog. Oostburg lag aan zee en Kaedsant was een eiland waar in concentrische cirkels dijken om heen werden gelegd door illustere monniken als Willem van Saeftinghe. Je kunt dit landschap gelukkig nog lezen als je met aandacht over de immer kromme dijken rijdt.
Oude dijken omzoomd met Knotbomen,
waarvan sommigen het nodige hebben meegemaakt

De oude dijken verloren hun functie toen de zeearmen meer en meer werden gedicht en de zeeweringen recht getrokken. Om er toch nog profijt van te hebben werden ze beplant met wilgen en populieren, wat een geheel eigen uitzicht heeft geschapen. Veel worden er nu beheert door het Zeeuwse landschap of Natuurmonumenten. Arbeiders bouwden op de taluds hun kleine huisjes die nu voor verval worden behoed door mensen van buiten die er een vakantieverblijf van maken; zo ook het onze. Tegen de tijd dat ze in cultuur konden worden gebracht werden de natuurwaarden van de oude kreekresten erkend en zijn als enclaves in het landschap achtergebleven. En dat is misschien maar beter ook.

Want de boeren boeren hier intensief. Er wordt geploegd en geëgd, nu worden er plantruggen voor de pootaardappelen gemaakt en de grond chemisch ontsmet. Daar is weinig plaats voor natuur. Of toch: Een groep Kneutjes zoekt voedsel tussen juist ontkiemend gewas. Er tussendoor racen de eerste Gele kwikstaarten.

Vlakbij ons vakantiehuisje ligt, “de Reep”, zo'n kreekrestant, waar Kluten broeden. Het gure weer is niet erg inspirerend maar de natuur laat zich niet stoppen. Enkele vogels zitten al op eieren ander zijn nog bezig om de paarband te versterken. Sommige rituelen herken ik van Gruttos’en Kieviten, maar wat dit paartje Kluten laat zien kan ik niet goed plaatsen. Tussen grijsbruine pollen zoeken  Wintertalingen modderend naar voedsel. Dit wordt even onderbroken  voor een soort groepsdans op het water.
Mij onbekend baltsritueel.

Schaarse vogels zijn er ook te vinden. Zo hangt een drietal Beflijsters zeker vijf dagen rond in de buurt van ons vakantiehuis. Maar foei, wat zijn die schuw. Zwartkopmeeuwen zijn voor Zeeuwen niet echt bijzonder meer, ik kan er nog wel enthousiast van worden. Ze doen me altijd weer aan Fiep Westendorp's weergave van "Karel met de manke poot" denken.

Zwartkopmeeuwen (achter) met Kokmeeuwen (voor)
Maar de grote held van de voorjaarsvakantie is toch deze Tjiftjaf. Vijf graden Celsius en een snoeiharde wind, maar hij ziet kans om op een Sleedoorntak bij mij toch iets van lente naar binnen te zingen:

En laat nu juist deze week een besluit over het ontpolderen van Hedwighe zijn gevallen; of toch weer niet. En heb je nog iets van de discussies daarover gemerkt Sjerp?  Ik ving een conversatie op tussen twee Zeeuwse vogelaars: “Zeg, ik zie overal stickers op auto’s met “Ontpolderen? Nee!”. “Mooi toch dat we in een vrij land leven”. ”Maar eh.., zou jij een sticker op je auto durven plakken met “Ontpolderen? Ja!”?”. Het antwoord laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. “Nou mooi niet, heb ik er gelijk een deuk in.”

zaterdag 7 april 2012

Glashelder beeld

De wind uit het noorden maakt het koud en blaast de atmosfeer schoon en glashelder. Met de telescoop kun je dan zonder te storen diep de wereld van de boerenlandvogels binnen dringen. 

07-04-12: Kemphaan en Spreeuw

Een Kievit dame komt op een drafje aan en zet zich snel op haar eieren. Alleen haar kuifje is nog tussen de grassprieten te ontwaren. Het draait en draait ten teken dat ze verdraaid alert is. Ook de overige Kieviten houden hun koppen regelmatig even schuin om naar de lucht te kijken. Niet voor niks blijkt, tot twee maal toe komt er een Havik in ruime cirkels over en is duidelijk op voedsel uit. De imposante woesteling mist, na een korte achtervolging  en op een haar, een van de wedstrijdduiven die laag maar met hoge snelheid tegen de wind op tornen. De bruin met okergele petjes van Watersnippen zie je makkelijk over het hoofd, maar heb je het zoekbeeld eenmaal op je netvlies, dan zijn het er veel meer dan je bij oppervlakkig kijken in de gaten hebt. Een conflict tussen een Kievit en een rondstruinende Tureluur zou er op kunnen wijzen dat daar binnenkort gebroed gaat worden.  Een paartje Grutto’s is ook al erg serieus in het prepareren van een nestkuil. Er schuifelt een Kemphaan vrouw op het perceel voor ons. Ze lijkt zich vooral aangetrokken te voelen tot het beweide gedeelte. Maar wacht eens, een stukje verder zitten er nog twee, samen met wat Tureluurs, te rusten. Kemphaantjes waren een halve mensengeneratie geleden algemene broedvogels in dit land; nu broeden ze alleen nog in een paar weidevogel reservaten. Op doortrek waren ze nog lang algemeen, maar inmiddels laten ze zelfs dan ons boerenland meer en meer links liggen. Buitenkansje dus om ze hier weer eens te treffen. (Voor meer info: Digitale Vogelgids VBN.).
07-04-12: Kemphaan kijkt argwanend naar Jan's batterij.

En dat speelt zich dan af op minder dan driehonderd meter van het Overeind. Voor iedereen te genieten die er de tijd voor neemt, én er op is gekleed, want we beginnen het inmiddels knap koud krijgen.