donderdag 17 december 2015

Voor ganzen ga je naar Drenthe!


Er was een tijd dat ganzen voor een fietsend Drents vogelaartje zo goed als onbereikbaar waren. Het Lauwersmeer-gebied was nog het dichtste bij, maar om er te komen had je wel een bereidwillige ouder of oudere medevogelaar nodig. Maar de wereld van de ganzen is veranderd. In de meest landen hebben ze bijna algehele amnestie gekregen en de landbouw heeft zich onbedoeld aan hun behoeften aangepast. Ze nemen in aantal toe.
En dan kan het gebeuren dat we half december op het Orvelterveld (dichter bij het midden van Drenthe kun je haast niet zijn), staan te genieten van vijfeneenhalfduizend Toendrarietganzen. En we hadden al groepen van dertien- en viertienhonderd langs het Oranjekanaal bij de Orvelterbrug. Onafgebroken is er geroezemoes van ganzen, met daar bovenuit steeds weer het geluid van Kleine en Wilde zwanen (80 respectievelijk 140 vogels). Twee keer gaat het hele pak de lucht in en dan weet je even weer waarom je voor spectaculaire natuur echt geen vliegreis hoeft te maken.

171215 Orvelterveld; Kleine zwanen en Toendrarietganzen.
De vogels vreten van gemorste korrelmaïs en de resten van geoogste aardappels. Korrelmaïs wordt de laatste jaren steeds meer verbouwd in deze contreien. Hoe de vogels de geoogste percelen zo snel weten te vinden is me een raadsel, maar de tam-tam werkt snel en buitengewoon efficiënt. Ze zijn er duidelijk gek op. Het is overigens geen sinecure om in die compacte massa vretende ganzen, zo tussen de staketsels van de geoogste maïs, vogels met kleurringen te ontdekken. Eén peuter ik er uit; geringd op Kolguev (arctisch Rusland!) door een Russisch-Nederlands team. Z’n winterareaal is totaal anders dan dat van de Kollen die ik doorgaans in polder Blokhoven tref. Boeiend!

Ondertussen krijg ik in gesprekken met geïnteresseerde voorbijgangers mooi de gelegenheid om m’n Drents wat op te frissen. Bijvoorbeeld met de man die nog in de ontginning van de laatste veengebieden in het Noorden van Duitsland had gewerkt. Hij had er in het veld mensen ontmoet die daar de laatste nesten van Goudplevieren trachtten te beschermen en had zelf ook nog zo’n “nussie” met vier groene eieren gezien. Moet je nagaan; hoeveel Nederlanders kunnen hem dát nazeggen? Een nest van een Goudplevier; in West-Europa! Dan sta je toch wel met iemand te praten zeg!

171215 Orvelterveld; Wilde-, Kleine zwanen en Toendrarieten.
De suikerbietenoogst is nog in volle gang; een nieuwe voedselbron voor de ganzen en zwanen wordt aangeboord. Na een paar uur kijken en genieten is het bijna donker en tijd om op te breken wanneer een groot deel van de vogels even de lucht in gaat om daarna, iets dichterbij nu, weer neer te strijken. Ik pak de telescoop weer uit, voor een laatste scan, en heb ineens een Wilde zwaan met blauwe halsring in beeld. Het is alleen wel héél erg donker, de vogel blijft maar lopen en die roestrode verkleuring van de tekens helpt ook niet echt. Over drie van de vier karakters ben ik snel zeker, maar het onderste wordt grotendeels bedekt door veren. Totdat de vogel even stopt en zich naar me toedraait: een 3, geen twijfel mogelijk! Deze Wilde zwaan werd geringd in Letland (juli 2011), overwinterde vooral in Duitsland en was nooit eerder gezien in Nederland. Nog niet eerder ook, heb ik een Wilde zwaan ‘afgelezen”. Een “lifer” (en nog wel nieuw in Nederland) heet dat in twitchersjargon.   
Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2015