donderdag 21 juli 2011

Struinen

Het weer is er zeldzaam geschikt voor vandaag: “struinen” (*). Weinig wind op een doordeweekse dag en een zonnetje dat zo nu en dan de polder opwarmt vanachter hoge wolkenluchten. Het is heerlijk stil. Gewoon de polder in fietsen, met scoop, koffie en chocolade in de tas, verrekijker bij de hand en maar zien wat er op m’n fietspad komt. Ik verstoor een paar Kneutjes op de oprit van de brandweerkazerne en wordt getroffen door de zang van een lijster die vanaf de draden van Pro-Rail bij me binnenkomt. In Blokhoven-west, ver tegen de wetering zitten grote groepen Kieviten met daarbij 280 Wulpen. Ze reageren nauwelijks op de Buizerd die laag over hen heen scheert maar wel op het brommertje van de veehouder die het land op tuft. Vanaf het bankje op de uitzichtheuvel langs het Tetwijkse fietspad kijk ik uit op een graanperceel waarachter blonde vleeskoeien grazen en de Michaelskerk in de achtergrond mij een visueel anker biedt. (Pas gerestaureerd, zie: Glossy Michael)

Blonde vleeskoeien in oer-Hollandse polder Blokhoven
Jonge Groenling


De Grauwe ganzen zijn erg schuw vandaag; vast een “Bleeker-effect”. Een opgeschrikte groep van ruim 40 Groenlingen zoekt z’n heil in de Elsensingel langs de boomgaard. Er zijn veel jonge vogels bij. Een paartje Rietgorzen gebruikt een wilg als uitvalsbasis om voedsel te zoeken langs de rand van het graan. Meer last zal de boer hebben van de Holen- en Houtduiven die het legerige gewas gretig  benutten. In de slootkant bloeien nu Kattenstaarten, niet zo zeldzaam als orchideeën, maar de de lila bloeiende “kaarsen” zijn niet minder fraai en erg geliefd bij vlinders.

Kattenstaarten
Pure chocola bij een bakje sterke koffie buiten; héérlijk ! In Blokhoven-oost achter me worden Kieviten, Wulpen én 3 Goudplevieren opgeschrikt. Roepende Wulpen en Goudplevieren boven een stille polder, alleen al dáárvoor had ik het gedaan vandaag. Er landt een jonge Groene specht in een dode wilg achter de “Rietput” als ik verder fiets op weg naar de “Groene weg”.
Daar waar die de Lekdijk beklimt weet ik een groeiplaats van Wilde kruisdistel. De planten zijn er gelukkig ook deze zomer weer. Hun karakteristieke stevige ronde vormen met vlijmscherpe stekels zijn me erg sympathiek. Ze bloeien nog niet, maar ongeduldige insecten zitten al te wachten op de nectar in de bloemhoofdjes met de vorm van een bijenkorfje met doornenkroon. 

Wilde kruisdistel (Lekdijk t.h.v. Groene weg)

"Soldaatje" op Wilde kruisdistel
Een Sperwer komt roepend laag over me heen vliegen naar het “Werk aan deze weg”. Die roep hoor ik trouwens zelden en zijn alarm zou wel eens kunnen duiden op jongen in het gebied; iets om rekening mee te houden wanneer dit werk straks wordt gerestaureerd !
Door over de Lekdijk via de Steenwaard naar het bankje aan de Veerweg. Boven het water jagen Visdieven. Even landt een Zwarte ruiter tussen de ganzen, verstopt zich een poosje achter de vegetatie en vliegt dan hoog en roepend weg over de spoorwegboogbrug verder naar het zuiden. De  aanwezigheid van deze fraaie steltloper geeft maar weer eens aan hoe kort het broedseizoen in het arctische noorden feitelijk is. 

Oeverzwaluwen (Steenwaard)
Op een verre heiningdraad zitten Oeverzwaluwen; de jongen duiden op een succesvol broedseizoen. Ze komen vast uit de nestholten die ze groeven in de steilwanden van de waard. Anderhalve week geleden nog maar, stond ik aan de Deense kust te genieten van Oeverzwaluwen die druk waren met het graven en bekleden van hun nestholen in de kliffen boven me en hier vliegen al jongen rond. Oeverzwaluwen zijn echte opportunisten en zullen de zomer volledig uitbuiten om nageslacht op de wieken te krijgen. De vegetatie van Cichorei, Kaasjeskruid, Kruiskruiden, Kattendoorn en allerhande distels is een genot om naar te kijken en past helemaal in mijn beeld van een hoogzomers rivierenland.
Via de Scheidingsweg verder peddelend draai ik linksaf de Pothuizerweg op. Daar geniet ik van een groep Ring- en Huismussen die een stofbad neemt. Hoe hebben ze het gevonden; het stuifzand tegenover de “Hooge Boogerd” in deze kleiige polder die al dagen wordt overgoten? Putters kwetteren in top van de lage stammetjes van de appelboomgaard. De lage glijvlucht van een vlakbij de weg jagende Bruine kiekendief (man) laat me even verderop opnieuw in de remmen knijpen. Die waardige vanzelfsprekendheid waarmee zo’n statige roofvogel elke dag opnieuw weer op pad gaat ! Een groot contrast met de drukte van weer zo’n grote groep Groenlingen die een bad neemt in een grote modderplas aan de rand van een perenboomgaard. Ze gebruiken een berg compost als uitvalsbasis. Of met die jonge Kleine karekieten. Wat een drukke beestjes en vrijwel onmogelijk om in mijn telescoop te vangen voor een foto. 

Wie loert er naar wie? (Kleine karekiet in jeugdkleed).

Maar ze zijn net iets minder argwanend dan de volwassen vogels en komen steeds terug op de bloeiende schermen van inheemse Berenklauw dat tussen het riet bloeit. Eén zo’n schermbloemige plant tussen het riet kan kennelijk een rijke voedselbron voor deze ranke trekvogeltjes betekenen. Het is al lang tijd geworden om flink door, naar huis en “de zaak”, te trappen.

(*) strui·nen (onovergankelijk werkwoord; struinde; heeft gestruind; afleiding: struiner) rondlopen om te zien of men iets van zijn gading kan vinden" (bron: van dale on line)
  Tip: klik op de foto's voor een grotere weergave.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten