zondag 22 januari 2012

Zondagsrust

Beide torenklokken van Schalkwijk roepen gelovigen ter kerke. De drieklanken van de Michaëlskerk verwaaien vrolijk, die van de Brink blijven streng en sonoor tegen de wind optornen. Via het Lage eind en Uitweg trap ik naar de Molenbuurt waar ik het Bokkenpad opdraai. Eigenlijke is het géén weer om te vogelen; grijs, harde wind en regen, maar ik heb de polder wel voor mezelf. In de luwte van een gemaaltje neem ik een eerste bakje troost en een boterham. Op het inundatie-kanaal slechts wat paartjes Wilde eenden en een Aalscholver. Tussen de struiken langs het pad een enkele Winterkoning en een Roodborst. Bij Honswijk is meer leven in de brouwerij. Grauwe, Kol, Brandganzen en een Indische gans grazen tussen Lekdijk en de Gedekte Veldweg. Op de gracht zwemt een prachtig paartje Grote zaagbekken. Dat speciale wit met roze zweem van hem laat zich met geen pen beschrijven en door het beroerde weer niet fotograferen. Hij lijkt helemaal klaar voor de a.s. bruiloft, zij heeft een wel erg excentrieke kuif. Een Nonnetje (vrouwtje), ook een soort zaagbek eigenlijk maar een flink stuk kleiner, zwemt steeds in de buurt van dit paar, totdat ze voor een fluorescerende jogger op de wieken gaat.
Met de striemende regen in de rug verder over de dijk: Wulpen roepen in de uiterwaard en grazende Smienten scharrelen snel richting het veilige water van de kleiputten. Bij de Groeneweg naar beneden en in de luwte van het werk een tweede bakkie. Eindelijk tref ik weer eens ganzen bij de spoorwegovergang Achterdijk-Potshuizerweg. Een graafmachine van “Volker-rail” biedt me wat beschutting bij het turen over de groep. Het zijn meest Kollen met wat Grauwe en een enkele Brandgans. De meeste Brandjes zitten een stuk dieper de polder in. Ik kies voor nog een stukje wind mee, om daarna in de relatieve beschutting van de huizen via het Overeind noordwaarts tegen de wind op te tornen. “Hé ganzengebabbel”!  Achter “het (voormalig) spulletje” zit een flinke groep Kollen met een paar Brandjes, vlak bij de weg. Ik sta vol met m’n snufferd in de wind, maar dat is niet de reden waarom ik in deze grote groep geen kleurringen kan ontdekken. Bijna alle vogels grazen tegen de wind in en dat is van mij af. Gevoeglijk moet ik het doen met een deinende menigte grazende ganzenkonten. ’t Begint weer te regenen. Tijd om naar huis en de koffie met zondags lekkers te gaan.

Bij de Rietplas stop ik nog even voor Aalscholver in beginnend bruiloftskleed:


2 opmerkingen:

  1. Hallo Sjerp,

    wat een fijn en herkenbaar stukje heb je geschreven. Ondanks het slechte weer weet je precies te vinden, en heel mooi te beschrijven, wat een polderrondje de moeite waard maakt. Je bent veel stoerder dan ik, ik kruip met zulk weer in de auto. Terwijl jij je niet laat weerhouden om te gaan fietsen, knap hoor.

    Groet,
    Marianne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou Sjerp. Ik hoop dat de watervogels het de komende week niet te moeilijk gaan krijgen. Leken we al enkele stappen richting lente te hebben gezet, komt er wat weerkundigen noemen, een Russische beer aan. Volgend weekend (als het doorgaat) overdag -5 en 's nachts -12.

    BeantwoordenVerwijderen