zaterdag 22 maart 2014

Houten half gerond


Eigenlijk trapte ik aan de oostkant van het dorp naar buiten om te zien of er geringde Scholeksters zouden zijn die hun territoria al bezetten. Het is echter middag en ik had beter moeten weten. Zo vroeg in het seizoen zitten ze dan al weer met z’n allen in de soos. Wat dat betreft gedragen ze zich als Blokhovense Grutto’s; ’s morgens in de wei, ‘s middags aan de Lek. Ik vind er dan ook niet één. Kieviten genoeg, daar niet van.

22-03-2014; Kievit

En dan een geluid, dat ik onmiddellijk herken, maar nog niet had verwacht; het “prie-prie-prie” van Kleine plevieren. Verrassend lastig in beeld te krijgen nog. Zanglijstergrote pleviertjes met dito kleur op hun mantel springen niet bepaald in het oog, op deze kale Houtense kleivlakte. Even hoor je het sluipverkeer niet meer. Eenmaal gefotografeerd leveren ze een soort Lanzarote-achtig beeld op: “Kleine plevier op lava vlakte”:

22-03-2014; Kleine plevier op Houtense klei.
Bij een insteekje aan de Odijkseweg blijkt een molshoop vaak een Haas en rust nog een late Grote zilverreiger. Het fietspad buitenom brengt, aan de boorden van de Rietsloot, een Tureluur en paartje Grutto’s in beeld. Het stelletje zet koers richting Houten-Z. Nu was ik juist van plan daar het dorp in te steken voor een blik op de Rietplas. Op het eiland zit tussen de Scholeksters een alerte Kleine mantelmeeuw. Die is helemaal klaar voor het broedseizoen. Knalgele poten en snavel, spierwitte kop en buik, rood randje om het oog; de voortplantingshormonen spatten er zo ongeveer vanaf.

22-03-2014; Kleine mantelmeeuw in broedkleed
De regen heeft de gazons drassig gemaakt waardoor een deel van de steltlopers van de gelegenheid gebruik kan maken om daar wat te eten. Totdat, de gebruikelijke wandelaars, nadat ze een praatje hebben gemaakt, hun weg moeten vervolgen en de vogels de veiligheid van het eiland opzoeken. Vanmiddag blijkt die zeer betrekkelijk. Zaterdagmiddag boefjes vinden het een uitdaging om de oversteek te wagen.

22-03-2014; Grutto man op Houtens gazonnetje.
Via Tiend- en Schonauwenseweg bereik ik de Kanaaldijk. Een Sperwer vrouw kijkt vanuit de hoogte van een populier op me neer. Er wordt gehold en gefietst, ik groet bekenden. De biezenvelden zijn bevolkt met Grauwe ganzen. Voorbij het helofytenfilter bereik ik een half natuurlijk maar industrieel landschap. Onder het continue gezoem van de enorme windmolen miegelt het er van de Brandganzen. Daartussen slobberen Krakeenden en een paartje Wintertaling en rusten meerdere Grutto’s. Ze zijn er nog zullen we maar zeggen. Via de Veerweg trap ik de bebouwde kom weer binnen en heb ons grootstedelijke dorp inmiddels half gerond. Het fluitje van de Boomklever past weer bij de omgeving, bij de hoge Eiken en Beuken van het Oude dorp.

Alle teksten en foto's ©Sjerp M. Weima 2014


2 opmerkingen:

  1. Die kleine pleviertjes blijven schattig, en ze steekt zo mooi af tegen de achtergrond. Deze foto had ik nog niet eerder gezien, een leuke verrassing, vooral ook om ze in wat meer detail te zien dan alleen een paar 'muizende' wezentjes vanaf de fiets.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel voor je leuke reactie.
      Ik ga nog een keer een serie van deze expressieve pleviertjes maken / publiceren.
      Sjerp

      Verwijderen