donderdag 13 januari 2011

Lijkenpikkers

Dochterlief houdt al dagen op de website van Rijkswaterstaat de waterstanden in de Lek bij Culemborg in de gaten en kijkt of deze overeenkomen met de dagelijkse werkelijkheid wanneer zij de pont neemt op weg naar school. Aanschouwelijker kan aardrijkskunde-onderwijs niet zijn. Ze vertelde al over de “Dolfijn” die is verplaatst, scheef hangende boten aan de drijvende steigers in de jachthaven die omhoog komen en dat de bankjes op de lage kade al in het water staan. Gisteren was het enthousiasme groot: Het water stond tot aan de Veerweg en stroomde gorgelend langs de veerstoep terug de rivier in. We moesten gaan kijken! Geboren op de droge Drentse zandgronden word ik, in de wetenschap dat we nu rond ANP wonen, altijd wat onrustig van dreigend stijgend rivierwater. Een echtgenote met zeemansbloed in de aderen (haar overgrootvader was sleepbootkapitein) was de laatste druppel die de emmer deed overlopen; we gingen kijken.
13-01-2011: Hoogwater aan de Lek ter hoogte van het "Werk aan de Groene weg"
Tegenover het Werk aan de Groene weg stond al een groot deel van de uiterwaard blank en keek je over uitsluitend water naar de dijk aan de overkant. Zo'n beeld stemt tot nederigheid ten opzichte van de natuur. Met het betonnen “manschapsverblijf” in beeld konden we ons een voorstelling maken van hoe het er tijdens een periode van inundatie van de Hollandse waterlinie heeft uitgezien.
13-01-2011: Ooievaars en een zwarte kraai doen zich tegoed aan "drenkelingen".
Ten oosten van de Veerweg was de uiterwaard grotendeels ondergelopen. Boeren hebben hun schapen in veiligheid gebracht, maar de wilde fauna moet op eigen kracht het vege lijf zien te redden. Aan de voet van de dijk zat in de stromende regen een Haas zich droog te likken. Op en langs de boorden van een klein eiland was het een drukte van belang met opportunisten die profiteerden van wormen, mollen, muizen en woelmuizen die de bodem uit worden gedreven door het stijgende water. Eenden en ganzen slobberden in de prut, Zwarte kraaien liepen, druk pikkend, rond. Twee Ooievaars die de vroege winter hebben overleefd, liepen statig rond maar verloren plots hun waardigheid toen ze iets eetbaars in het water zagen spartelen; beiden sprintten naar voren om als eerste de drenkeling naar binnen te kunnen schrokken. Ooievaars staan bekend als brengers van geluk en de mensheid stelt van oudsher alles in het werk om hen te gerieven. Hier lieten ze zich toch kennen als onvervalste “lijkenpikkers” en geduchte rovers die er geen been in zien om alles wat zwemt voor z’n leven met huid en haar naar binnen te slaan.

1 opmerking:

  1. Dit weekend ook foto's en film gemaakt van de waterstand. Ik kwam nog een team tegen van de vogeltellers. Zondag was het water hoger dan zaterdag en ik vroeg me al af hoe het met de kleine dieren was gegaan. Bedankt voor het antwoord.

    Filmbeelden alhier: http://www.omroephouten.nl/Houten/hoogwater-in-de-lek.html

    BeantwoordenVerwijderen