zondag 9 januari 2011

Toch nog Rieten

Het was al weer een tijd geleden dat Siebe en ik de gelegenheid hadden gehad om samen op de ganzen uit te gaan. Onze gezamenlijke agenda’s vielen uitermate goed samen met het weer in de polder. Via de Trip en de Achterdijk rondden we Blokhoven-West. Dit leverde een mooi uitzicht op, met op het eerste gezicht een bijna lege polder. De polder is weer helamaal groen, maar er ligt nog een dikke laag sneeuw in de Blokhovense wetering. Die loopt N-Z en is op 24 december door de oostenwind gedreven helemaal met sneeuw vol gestoven. Daar waar de wetering afbuigt richting Achterdijk is wat open water. Hier zwemmen en grazen Smienten, onze kleinste grazende eendensoort. Sinds jaar en dag kun je deze eendjes in deze hoek van de polder aantreffen. Kleine groepjes Kievitten foerageren in de verte. Waar zouden die hebben gezeten toen de polder met sneeuw was bedekt? Maar we kwamen toch een beetje voor de ganzen en die zien we nergens. Altijd weer verrassend; gisteren toen ik hier met de auto passeerde zaten in dit stuk polder nog flinke groepen.
09-01-2011: Kol- en Brandganzen grazen tussen de schapen aan de Achterdijk
In de hoek Achterdijk – spoorwegovergang zit een groep van zo’n 500 ganzen. Vooral Kolganzen, maar ook Brandjes grazen tussen de schapen. Aan de overkant van de weg zitten voornamelijk Grauwe, met daartussen wat Kollen en de eerste 2 Toendrarietganzen van vandaag. Leuk om vast te stellen dat er zoveel eerstejaars vogels tussen de Kolganzen zitten; het is een goed broedseizoen voor ze geweest, daar in het hoge noorden. Een laag overkomende Havik maakt de ganzen alert en zorgt voor paniek onder de Zwarte kraaien. Slaan die laatste havikalarm, dan weet je dat je op moet letten; zo reageren ze zelden op een Torenvalk of Buizerd. Dus in het veld gaat het als volgt: je ziet de ganzenkoppen omhoog gaan, hoort het kraaienalarm, scant snel de lucht en ziet dan de Havik voorbij stuiven.

09-01-2011:   Toendrarietgans (rechts voor) met Grauwe- en Kolganzen  aan de Achterdijk.
09-01-2011: Drinkende Kolganzen
onder aan de Lekdijk

Van achter ons uit de richting van de Lek komen meer veelbelovende geluiden. We fietsen om via de Groene weg en hebben vanaf de dijk een prachtig uitzicht over de polder richting Heuvelrug waartegen de Watertoren van Werkhoven-Cothen fraai afsteekt. Het zicht op een groep Kolganzen "onder" ons is riant. Siebe ontdekt links in de groep het bruin van 5 Rietganzen. Hier kunnen we mooi zien hoe de ganzen tussen het grazen door gebruik maken van de greppels om te drinken. Steeds lopen er vogels naar een greppel, gaan er koppen naar beneden en daarna omhoog om het opgeslobberde water naar binnen te gieten. De vogels gedragen zich ook veel minder lethargisch dan in de sneeuw van afgelopen weken, kleine schermutselingen om het beste polletje gras maken het een levendig geheel.

In de uiterwaard graast een vrijwel homogene groep Brandganzen. Wanneer ik door de telescoop naar deze fraaie zwart-witte gansjes kijk en luister naar het geluid van de binnenvallende groepen waan ik me in Noord-Friesland. Gelukkig is dit op fietsafstand van Houten te beleven. Even gaat het vogelaarbloed sneller stromen; een afwijkend getekende gans, met kenmerken van de blauwe variant van de sneeuwgans, wordt uiteindelijk als bastaard/hybride getypeerd.
Windje mee gaat het verder over de Lekdijk . Aan de oostkant van de Veerweg treffen we in het beetje open water een Pijlstaart woerd. Deze fraaie grondeleend komen we in onze regio niet dagelijks tegen. Het licht is te beroerd voor een fraaie foto, en de vogel zit meer met z’n kop onder dan boven water, maar hij staat er wel op. Op de wal rust een paartje Wintertalingen (nee niet op de foto; dat is een paartje wilde eenden).

09-01-2011: Pijlstaart in de Steenwaard
We zoeven naar beneden en via de Pothuizerweg richting Overeind. Eind december troffen we hier nog een paar duizend ganzen nu 0. Gelukkig ontdekt Siebe een paar donkere ganzenkoppen aan de overkant van de Provinciale weg. Via een achtererf van een boerderij komen we dichterbij. Even lijkt het balen te worden, een langs stuivende Havik jaagt de ganzen nu wel de lucht in (weer het kraaien alarm!!), maar gelukkig landen ze weer. In het laatste licht genieten we van fraai zicht op 320 Rietganzen. Voor het eerst hebben we ook de gelegenheid wat meer op het geluid van deze soort te letten. Omdat ze nu met vele zijn laten ze zich wat meer horen dan in de kleine groepje die we eerder zagen. Ze zijn sowiezo minder vocaal dan Kollen en het timbre is lager. Het geluid laat zicht het best omschrijven als een kruizing tussen dat van een Grauwe- en Kolgans. Steeds komen van achter de boomgaard links kleine groepjes ingevlogen. Van een totaal van 350 Rieten kijken ze in Noord- en Oostnederland niet op of om, maar zo'n groep is bijzonder voor de Schalkwijkse podlers. Het lijkt wel of Rietganzen andere delen van de polder gebruiken dan de Kollen en de Brandjes en dat ze ook dichter bij de bewoning durven komen. Hoe we ook tuurden vanmiddag; er zaten geen vogels met kleurringen tussen de groepen ganzen. Wonderlijk, vorige winter hoefde je maar een keer zo’n groep te treffen en het was gelijk raak; we zijn toen een beetje verwend geraakt denk ik. Hebben we nu te maken met populaties uit andere gebieden? Leuke vragen om over te speculeren.

1 opmerking:

  1. Vandaag was ik weer op de plek waar we die 300+ rietganzen hadden beleefd. Dit keer weer rieten, zo'n 220, 600 kollen en 200 brandjes. Blijkbaar heeft deze plek toch iets wat het specialer maakt voor rietganzen. Een van de kollen had een halsband die ik kon aflezen.

    Siebe

    BeantwoordenVerwijderen