donderdag 29 maart 2012

Ruumte


Het is nog niet zo gemakkelijk uit te leggen waarom het zo’n gevoel van vrijheid geeft als je het betonpad afloopt, het Overeind achter je laat en een ruime kilometer vrij zicht voor je hebt naar de spoorlijn in het westen; iets  naar het zuiden is de wereld nog dieper. Alleen en in de ruimte van deze polder, kijker en koffie bij de hand, vogelgeluiden om je heen. De dekking van een roestig hek. Daaronder bedauwde plukken hazenhaar; zeker een vechtpartij of toch te hard onder het hek door geschoten? Mischien is dat ook wel waarom de schoonheid van die Goudplevier, die zomaar "uit de lucht komt vallen" veel groter is, dan je op grond van haar subtiele goudgele vlekjes, zou kunnen beredeneren. Je weet dat dit pleviertje helemaal hoort bij de ruimte waar ik nu ben of een nog grotere waar je zou kunnen zijn. Koos van Zomeren schreef het onnavolgbaar: “Je ziet niet alleen maar wat je ziet, je ziet ook wat je weet”.

Overigens: Er moet meer structuur in die ruimte zitten dan een mensenoog kan waarnemen. Hoe zouden al die weidevogels anders ooit hun verdekte legsels terug kunnen vinden? Op grote afstand schuifelt een Kievit man voorzichtig op z’n buik tussen het korte gras. Hij is onrustig, staat regelmatig even op om wat strootjes op te pakken en die richting nest (!) te gooien en gaat dan weer zitten. Ik vind in een paar pollen speenkruid een aanknopingspunt voor de afstand en in een schuurdeur in de achtergrond een kompas. Mijn eerste kievitslegsels 2012 is een tweetal, het ligt tussen de strontstrepen op een perceel dat zaterdag nog werd bemest; terug op m’n post smaakt de koffie  daarna nog beter.

En ook deze oude grijze hoort in deze ruimte…




1 opmerking: